Toelichting aanpassing maximale buffer

Hoe zat het ook al weer:

Om niet het risico te lopen dat er onvoldoende geld is, in het onverwachte geval dat er veel deelnemers arbeidsongeschikt raken, hebben wij een buffer. We sparen op onze SamSam rekeningen een flink deel van het geld dat we maandelijks op de rekening storten.

In het reglement staat dat we niet eindeloos hoeven te blijven sparen. Op een gegeven moment staat er voldoende geld op de rekening. Dit is de “Maximale Buffer”. Momenteel is de maximale buffer de waarde van 24 maal je spaarbedrag (je spaarbedrag is 4,5% van je afgesproken inkomen bij arbeidsongeschiktheid). Hier is 3 jaar geleden voor gekozen om te borgen dat er voldoende geld zou zijn in de situatie dat er nog weinig leden waren en we nog geen ervaring hadden met het % arbeidsongeschikte leden in de vereniging.

Achtergrond voorstel:

Er is regelmatig discussie over de zinvolheid van de hoogte van de huidige maximale buffer. Uit de praktijk blijkt namelijk:

  • In onze groep deelnemers is het gemiddelde percentage deelnemers dat schenkingen ontvangt in de afgelopen 12 maanden < 0.7%
  • Bij een groep bouwvakkers die volgens het zelfde principe een schenkkring vorm is het percentage ca 2,3%
  • Volgens het bestuur van een ons bekend broodfonds is het landelijke percentage bij broodfondsen ca 1,5%

Met onze inleg van 4,5% hebben wij maandelijks voldoende geld om 4,5% arbeidsongeschikte deelnemers op te vangen. Omdat er theoretisch altijd kans is dat er (tijdelijk) een hoger percentage deelnemers arbeidsongeschikt is. En als dat gebeurt hebben we een buffer en die willen we ook houden! Maar wanneer is genoeg genoeg?

Wanneer is genoeg genoeg?

Wij zijn een schenkkring en geen verzekeraar. Maar.. we willen wel zekerheid bieden. Verzekeraars moeten wettelijk een bepaalde dekkingsgraad aan vermogen hebben voor hun verzekeringsproducten. Een beetje plat vertaald moet er altijd voldoende geld zijn om voor de maximale periode uitkeringen te doen als iemand een claim doet. Je kan interpreteren dat genoeg genoeg is als wij bij een realistisch arbeidsongeschiktheidspercentage (wij gaan uit van 2,3%) voldoende geld voor schenkingen hebben om de verwachte arbeidsongeschikte leden gedurende 2 jaar van schenkingen te voorzien. In het voorstel van het bestuur is deze gedachte gekoppeld aan de maximale buffer. Als iedereen zijn maximale buffer bereikt heeft dan moet er vervolgens voldoende geld aanwezig zijn om de verwachte 2,3% arbeidsongeschikte deelnemers gedurende 2 jaar schenkingen te geven.

Met wat rekenwerk komen we dan (afgerond) uit op een maximale buffer van 12 x de waarde van het spaarbedrag. Het voorstel is dan ook om de maximale buffer te verlagen van 24 x je spaarbedrag naar 12 x je spaarbedrag.

We hebben de overtuiging dat dit geen afbreuk doet aan de zekerheid van de schenkingen. En, mochten er onverwacht veel deelnemers arbeidsongeschikt worden, dan kan het bestuur altijd besluiten om tijdelijk het spaarbedrag te verhogen. Het eigen risico van 2 maanden maakt het verloop van de schenkingen (worst case) goed voorspelbaar!